We naderen de tijd van het jaar waarin we onze klokken op wintertijd zetten, 29 oktober. Elke keer dat we overgaan van zomertijd naar wintertijd winnen we een uur extra nachtrust. Voor mensen is dit een kleine verandering, maar voor dieren heeft het grote gevolgen. Door deze overgang krijgen wilde dieren te maken met onverwachte uitdagingen die kunnen leiden tot ongelukken en zelfs dodelijke ongelukken. Omdat het vroeger donker wordt, zijn er meer dieren actief tijdens de avondspits, wat leidt tot een veel groter risico op botsingen met voertuigen. Hier zijn enkele belangrijke stappen en voorzorgsmaatregelen die bestuurders in deze situaties moeten nemen:
1. Rijd voorzichtig en blijf alert: Als de klok op 29 oktober verzet wordt, let dan op verhoogde activiteit van wilde dieren, vooral rond zonsopgang en zonsondergang. Rijd voorzichtig, zorg dat je niet wordt afgeleid door sms-berichten of de radio en kijk langs de kant van de weg naar mogelijke dieren.
2. Waarschuwingsborden voor wilde dieren: In veel gebieden met veel wilde dieren staan borden langs de weg om bestuurders te waarschuwen voor mogelijke overstekende wilde dieren. Kijk rond voor deze borden en vertraag. Vergeet niet dat dieren ook kunnen verschijnen in gebieden zonder borden.
3. Gebruik uw grootlicht: Als je buiten de stad rijdt in gebieden waar je je grootlicht aan mag zetten, gebruik ze dan, het zal je helpen je zichtbaarheid te verbeteren. Zorg ervoor dat je ze uitzet als je andere bestuurders op je rijstrook of tegemoetkomend verkeer nadert.
4. Rem, niet uitwijken: Als een dier je pad kruist, zou je instinctief kunnen proberen uit te wijken om het te vermijden. Dit kan erg gevaarlijk zijn als je met hoge snelheid rijdt, omdat het kan leiden tot verlies van controle en mogelijk tot een ernstiger ongeval. Gebruik in plaats daarvan stevig je remmen en blijf op je rijstrook.
5. Kijk uit voor meer dan één dier: Wilde dieren verplaatsen zich vaak in groepen, dus houd daar rekening mee als je één dier ziet, want er kunnen er meer in de buurt zijn. Verminder je snelheid en bereid je voor op meer dieren.
6. Wees geduldig en geef ruimte: Als je een dier op de weg tegenkomt, vooral grotere dieren zoals een hert, geef ze dan de tijd om over te steken. Toeter niet en probeer ze niet op te jagen. Als je een dier ziet en je denkt dat deze je heeft gezien omdat hij zich terugtrekt naar de struiken of het bos, kunnen ze zich nog steeds omdraaien en voor je langs rennen omdat ze niet te voorspellen zijn.
7. Meld gewonde dieren: Neem contact op met de politietelefoon op het nummer 0900 - 8844 als je een dier hebt gezien of aangereden. Zij zullen je instructies geven over wat je in deze situaties moet doen.
8. Onderhoud uw voertuig: Controleer de remmen, banden en koplampen van je voertuig, zodat je een veel grotere kans hebt om wilde dieren te zien en te stoppen voordat het te laat is.**
9. Plaats een wildfluitje op uw auto: De snelheid zorgt ervoor dat het fluitje een ultrageluid uitzendt - de frequentie varieert van 20-30 kHz waardoor het wild zich in veiligheid brengt.
In een situatie zoals op de foto hierboven moet je kritisch zijn en verwachten dat het hert plotseling de weg over kan rennen, daarom moet je je snelheid aanpassen en klaar zijn om te stoppen als het hert begint te rennen.
Kijk op topexam.nl en leer meer over verkeersregels en richtlijnen om je online theorie-examen te halen en de wegen veiliger te maken voor jezelf en de wilde dieren.